Adrian Newey, sinds kort officieel verbonden aan Aston Martin, heeft met één opmerking een kettingreactie losgemaakt binnen het team. Wat bedoeld was als een technische inschatting, werkt nu als een rode lap op een stier.

Newey betwijfelde openlijk of de huidige simulatoren van Aston Martin toereikend zijn om het team op korte termijn naar winstniveau te tillen.

Twee jaar, schatte hij. Twee jaar voordat de data uit de simulatoren goed genoeg zou zijn om écht mee te doen om de zeges. Maar in plaats van gelatenheid, ontstond er strijdlust.

Andy Cowell, sinds kort teamchef bij Aston Martin en voormalig meesterbrein achter Mercedes’ dominante hybridepowerunits, reageerde openhartig op de prikkelende woorden van Newey.

Volgens hem werkte het effect als een provocatie — maar dan eentje die het hele team motiveerde om te versnellen.

“Adrian provoceert ons. Hij zegt dat het twee jaar duurt om dat niveau te bereiken. Iedereen in de fabriek denkt: ‘dat zullen we nog wel eens zien.’”

Newey’s uitspraak werd al snel rondgestuurd door de afdelingen die werken aan de simulatieomgeving en het aerodynamische ontwerp. “We veranderen jaren in maanden,” klinkt het uit het team. De lat ligt hoger dan ooit, maar precies dát lijkt mensen wakker te schudden.

De kracht van open conflict

Cowell kent Newey al jaren, nog uit zijn tijd bij McLaren in 2004. Hun samenwerking in 2025 wordt getekend door eerlijkheid, geen politiek gedraai. Waar Newey zich volledig stort op het ontwerp en de technische architectuur van de auto, neemt Cowell de rol van verbindende kracht op zich.

“Adrian is niet geïnteresseerd in mensenmanagement of bedrijfsstructuren. Hij focust op het ontwerp. Ik zorg dat iedereen dezelfde richting uitgaat.”

De samenwerking is dus niet gebaseerd op gezelligheid of diplomatie, maar op inhoud en respect. Dat zorgt voor korte lijnen en snelle actie — precies wat nodig is in een team dat wil meespelen aan de top.

Newey noemde de gebrekkige correlatie tussen windtunneldata en simulatorresultaten een langdurig probleem. Het zou minstens twee jaar vergen om dat op orde te krijgen. Maar Aston Martin, onder leiding van Cowell én met steun van Fernando Alonso en Lawrence Stroll, is vastbesloten dat proces te versnellen.

Die drang komt niet uit de lucht vallen. Aston Martin wil in 2026, samen met Honda, een nieuwe start maken. De samenwerking met Honda vereist feilloze integratie van powerunit en chassis, iets wat zonder betrouwbare data simpelweg onmogelijk is.

Cowell ziet hierin een rol voor zichzelf: als brug tussen de Honda-ingenieurs en het team in Silverstone. Hij kent de technische taal van beide werelden en wil zo de integratie soepeler laten verlopen.

Alles draait om duizendsten

Uiteindelijk, zegt Cowell, draait alles om rondetijd. Simulaties, krachtbronnen, ophangingen, remmen — alles wordt afgerekend in duizendsten van seconden. En in een tijd waarin teams als McLaren, Ferrari en Mercedes zich razendsnel ontwikkelen, kan Aston Martin zich geen jarenlange opbouwfase permitteren.

“Iedereen binnen het team weet: we hebben geen tijd. De voorsprong zit in hoe snel je verbetert, niet alleen in wát je verbetert.”

De woorden van Newey mogen dan kritisch zijn, ze hebben het beoogde effect niet gemist. Ze zetten het team op scherp, zorgen voor urgentie, en — misschien wel het belangrijkst — ze geven Aston Martin een gezamenlijk doel: bewijzen dat ze sneller zijn dan zelfs Adrian Newey denkt.

Of dat lukt, moet blijken. Maar dat de strijd nú al is losgebarsten, nog voor de eerste testkilometer met de 2026-auto is gereden, is veelzeggend. Newey’s prikkelende visie zou wel eens precies zijn wat Aston Martin nodig had.

DailyGP