Na vijf races in het Formule 1-seizoen van 2025 staat Aston Martin op een schamele tien punten. Ter vergelijking: in 2023 stond de teller na evenveel races op 102 en vier podiumplekken.

Daarmee is de terugval niet alleen voelbaar in de resultaten, maar ook zichtbaar in de rondetijden. Uit data van de openingsrondes blijkt dat Aston Martin gemiddeld slechts 0,224 seconden sneller is dan in 2024.

Daarmee is het het team met de minste progressie. Zelfs Red Bull, dat zelf worstelt, boekte gemiddeld zes tienden winst. Alleen in Australië wist Aston Martin niet als minst verbeterde team uit de bus te komen; in de overige vier races stond het telkens onderaan op dat vlak.

Een specifiek voorbeeld is Saoedi-Arabië, waar alle teams sneller waren dan een jaar eerder – behalve Aston Martin.

Terwijl andere teams profiteerden van zachtere banden en gunstige baantemperaturen, viel de AMR25 terug. In Jeddah bleef de rondetijd zelfs een halve seconde achter op de eigen tijd uit 2024.

De AMR25 schiet tekort in langzame bochten én afstelling

Het ontwerp van de AMR25 is een reactie op de tegenvallers van de AMR24. Die auto was gericht op meer snelheid op rechte stukken en in snelle bochten, maar dat ging ten koste van stabiliteit in langzame secties.

De engineers kozen daarom voor een andere aanpak met de AMR25, waarbij men terugkeerde naar een concept met meer grip in langzame bochten en een aangepaste voorvleugel om onderstuur tegen te gaan.

Maar die koerswijziging heeft tot nu toe geen duidelijk resultaat opgeleverd. Fernando Alonso gaf tijdens het raceweekend in Jeddah aan dat de auto juist in langzame bochten nog steeds tekortschiet:

“De eerste vier races waren de langzame bochten onze zwakste plekken. Maar we kampen ook met bouncing en andere zaken die van tijd tot tijd terugkeren.”

De balans tussen aerodynamische belasting en rijbaarheid blijkt lastig te vinden. De AMR24 was te gevoelig geworden, wat leidde tot onvoorspelbaar gedrag.

Daardoor moest het team zelfs sommige updates terugdraaien en opnieuw oudere onderdelen inzetten. Er werd gedurende het seizoen gewisseld tussen twee verschillende vloeren, afhankelijk van het type circuit, wat wijst op een gebrek aan een stabiel ontwikkelpad.

Terwijl Alpine (-1,777s) en Williams (-1,545s) de grootste sprongen maken, bungelt Aston Martin onderaan. In Bahrein noteerde de auto zelfs een achteruitgang van ruim twee seconden.

Alleen in Australië werd enige winst geboekt, maar ook daar bleef het verschil bescheiden.

Team Gem. verbetering t.o.v. 2024
Alpine –1,777s
Williams –1,545s
McLaren –1,359s
Mercedes –1,344s
Racing Bulls –1,206s
Sauber –0,793s
Ferrari –0,857s
Haas –0,757s
Red Bull –0,685s
Aston Martin –0,224s

Die achterstand wordt niet alleen veroorzaakt door de auto zelf, maar ook door de strategische keuzes van het team. De AMR25 werd gebouwd met het oog op verbeterde rijdbaarheid, maar de benodigde toename in neerwaartse druk bleef uit.

In Jeddah reed Aston Martin zelfs met een achtervleugel met hoge downforce, vergelijkbaar met die van 2024, terwijl andere teams voor lichtere configuraties kozen.

Intern overleg en twijfel over ontwikkelingskoers

Na de teleurstellende seizoensstart vond er overleg plaats binnen de top van Aston Martin om de toekomst van het project te evalueren. De resultaten van de eerste vijf races geven weinig aanleiding tot optimisme.

De engineers zoeken naar een balans tussen stabiliteit en downforce, maar hebben die combinatie nog niet gevonden.

“Kunnen we meer uit de auto halen? Ja, dat denk ik wel. Is het genoeg om races te winnen? Nee. Maar kunnen we vooruitgang boeken? Ja, dat kan,” verklaarde teambaas Andy Cowell na de race in Saoedi-Arabië.

Cowell gaf aan dat het team nog volop leert van de auto en het nieuwe gereedschap in de fabriek. De windtunnel, die vanaf de Australische GP volledig operationeel is, moet daarin een sleutelrol gaan spelen.

Adrian Newey, die recent is aangetrokken door Aston Martin, zal geen directe rol spelen in de ontwikkeling van de AMR25.

Zijn betrokkenheid zal zich in 2025 beperken tot het optimaliseren van de processen binnen de fabriek en het benutten van de infrastructuur.

De hoop is dat zijn invloed vanaf 2026 zichtbaar wordt, maar voor het huidige seizoen is zijn impact nog beperkt.

Het team werkt nog aan de afstemming van nieuwe faciliteiten, methoden en samenwerkingen. De overgangsfase waarin Aston Martin zich bevindt, zorgt voor vertragingen in de output.

De teleurstellende cijfers zijn dus deels te verklaren door structurele veranderingen die nog niet zijn uitgekristalliseerd.

DailyGP