De cijfers liegen niet. Ferrari had in theorie de snelheid om de eerste startrij te claimen tijdens de kwalificatie voor de Britse Grand Prix — tot bocht 4 roet in het eten gooide. Een nieuwe telemetrie-analyse toont aan hoe een ogenschijnlijk klein moment het verschil maakte tussen glorie en gemiste kans.

De telemetriedata van de kwalificatie op Silverstone laat een duidelijke lijn zien: Ferrari’s ideale ronde — samengesteld uit de beste sectoren van Charles Leclerc en Lewis Hamilton — had goed genoeg kunnen zijn voor P1 of op z’n minst de eerste startrij.

Maar bij het aanremmen van bocht 4 verloor Leclerc aanzienlijk meer tijd dan concurrenten zoals George Russell en Lando Norris. Die fout bleek onherstelbaar.

Uit de analyse blijkt dat Ferrari over het hele circuit een sterke balans had gevonden. In de snelle bochtencombinaties zoals Copse en Maggots-Becketts scoorde de auto hoge waardes qua stabiliteit en snelheid.

Ook op de rechte stukken stond het team zijn man. Het probleem lag dus niet in de algemene afstelling of het motorvermogen — maar op één kritieke plek in sector 1.

Op bocht 4, een remzone na een vloeiende openingsfase, liet Leclerc duidelijk tijd liggen. Waar Norris en Russell daar agressief maar gecontroleerd instuurden, miste Leclerc het optimale rempunt. De auto was even onrustig, waardoor hij te vroeg moest corrigeren en snelheid verloor bij het uitkomen.

“Het voelde alsof ik alles eruit haalde, maar toen ik de data terugzag, wist ik dat bocht 4 het verschil maakte,” — aldus Leclerc na afloop van de kwalificatie.

Waarom bocht 4 zo cruciaal is

Bocht 4 in Silverstone is geen spectaculaire high-speed corner, maar wel technisch gevoelig. Hij komt na een snelle sectie waarin coureurs veel momentum meenemen. Te laat remmen betekent overstuur of een wijde lijn; te vroeg remmen betekent gemiste snelheid bij het uitaccelereren.

In beide gevallen verlies je kostbare tienden, precies zoals Ferrari dat overkwam. De telemetrie toonde bij Leclerc een plotselinge dip in snelheid nét voor de apex, iets wat bij Norris of Russell niet zichtbaar was.

Hamiltonhad een soortgelijk probleem, maar in mindere mate. De schade werd dus dubbel opgeteld, en die paar tienden verschil bleken fataal voor de positie op de grid.

McLaren en Mercedes wisten wel te kapitaliseren op hun data. Hun coureurs reden foutloos in de sleutelzones en wisten hun banden optimaal op temperatuur te houden voor de beslissende rondes. Voor Ferrari restte slechts frustratie: de auto was snel genoeg, maar het kwam er niet uit op het moment dat het moest.

“We weten dat we de snelheid hadden. Het was er, maar dan moet je het wel samenbrengen. En vandaag lukte dat net niet,”

Hoewel Ferrari op zaterdag niet optimaal presteerde, wijst de data erop dat het potentieel voor zondag groot is. De snelheid is er. Als het team leert van de fout in bocht 4 en betere aanpassingen maakt aan de afstelling voor het racetempo, kunnen ze zich mengen in de strijd om het podium.

Maar in de Formule 1 telt één ding boven alles: precisie onder druk. En precies daar ging het mis voor Ferrari op Silverstone. De data liegt niet. Bocht 4 zal voortaan nog scherper geanalyseerd worden in Maranello.