Zestien jaar na zijn legendarische wereldtitel in de Formule 1 hangt Jenson Button straks zijn helm definitief aan de wilgen maar hij wil nog een keer schitteren onder de Bahreinse lichten.

De voorbije twee seizoenen was Button aan de slag in het WEC voor het Jota-team. Button werd wereldkampioen in de Formule 1 in 2009 met Brawn GP en hij nam in 2016 afscheid van de koningsklasse van de autosport na 306 races en 15 race-overwinningen.

Sinds zijn afscheid van de Formule 1 was hij actief in verschillende disciplines van de autosport zoals uithoudingsraces, Extreme-E en rallycross. 

Dit weekend zal de vijfenveertigjarige Button zijn rijkgevulde carrière afsluiten in Bahrein. “Dit wordt mijn laatste race. Ik heb Bahrein altijd leuk gevonden, ik vind het een leuk circuit en ik ga er zoveel mogelijk van genieten, want dit wordt het einde van mijn professionele racecarrière”, vertelde Button aan de BBC.

Hij laat weten dat het geen moeilijke beslissing was omdat hij gewoonweg geen tijd meer had voor nog een seizoen in het WEC als vader in een jong gezin.

“Ik heb echt genoten van mijn tijd bij Jota in WEC, maar mijn leven is veel te druk geworden en het is niet eerlijk tegenover het team of mezelf om 2026 in te gaan en te denken dat ik er genoeg tijd voor zal hebben”, aldus Button.

“Mijn kinderen zijn vier en zes en als je een week weg bent, mis je zoveel, die tijd krijg je niet terug”, voegde hij eraan toe.

“Ik heb het gevoel dat ik de afgelopen jaren veel heb gemist, wat prima was omdat ik wist dat dat zou gebeuren, maar ik ben niet bereid om dat nog een seizoen te doen.”

Zijn afscheid van de professionele racerij betekent niet dat de racemicrobe verdwenen is want Button laat weten dat hij in de toekomst nog voor het plezier met zijn eigen klassieke bolides wil racen omdat hij dan de luxe heeft om te kiezen wat hij wil doen.

“Ik heb klassieke auto’s waar ik graag mee race en dat vind ik spannend omdat het mijn auto is, een auto die ik bezit, en ik houd van het mechanische aspect”, zei hij.

“Het is heel anders dan de auto’s waarmee ik race in het WEC en de F1. Je hebt echt een band met de auto, wat ik geweldig vind. Je moet heel nauwkeurig schakelen, de versnellingen precies goed inschakelen, er is geen aerodynamica, het is allemaal mechanisch.”