Max Verstappen mocht de GP van Miami dan wel van op de polepositie aanvatten, meer dan een vierde plaats zat er voor Verstappen niet in. Verstappen finishte uiteindelijk op net geen veertig seconden van racewinnaar Oscar Piastri.

De achterstand van Red Bull op McLaren is momenteel bijzonder groot, dat bleek nog maar eens tijdens de GP van Miami waarin Max Verstappen zelfs van op de polepositie geen kans maakte op de overwinning. Verstappen verweerde zich tijdens de beginfase van de race stevig tegenover beide McLarens maar moest zich uiteindelijk gewonnen geven en zelfs genoegen nemen met een plaats naast het podium.

“Het was gewoon niet goed genoeg. Ik had 0,0 kans,” vertelde Verstappen na afloop van de race. “Ik heb natuurlijk wel nog wat geprobeerd met de McLarens. Ik had toch niet zoveel te verliezen, dus dan maar een beetje lol hebben. Ik kan er toch niet zoveel van maken. Dat dan die virtual safety car komt, kan gebeuren. Het maakt toch niet zoveel uit of je hier nou derde of vierde wordt. Daarvoor ben ik niet hier.”

Over zijn intense strijd met Oscar Piastri was Verstappen duidelijk en sneerde hij ook nog eens naar wat er was gebeurd in Saoedi-Arabië bij de start van de race en waarvoor Verstappen toen een tijdstraf kreeg.

“Na Saoedi-Arabië denk ik wel dat hij dat kon verwachten,” aldus Verstappen die Piastri wel waardeert voor de strijd die geleverd werd. “Het is goed om te zien.”

Verstappen had het tot slot over de remmen en de balans van de wagen die volgens hem duidelijk niet goed zaten: “Het is vaker een probleem dus daar moeten we aan werken.”

Tegen het slot van de race naderde Verstappen nog op George Russell maar de Mercedes-rijder bedreigen voor de laatste podiumplaats zat er niet echt in.

“Ik kon hem niet goed volgen. Zodra ik een beetje harder wilde gaan, werden de banden weer te heet en kon ik niet aanvallen. Dus op een gegeven moment dacht ik; laat maar lekker zitten. Ik hield hem wel binnen de vijf seconden, maar ik had ook zoiets van; ik rijd hem lekker naar huis. Ik heb toch geen zin om in de DRS te komen, wat toch helemaal niks uitmaakt.”