Met een verkiezing in zicht en het vertrouwen in het FIA-bestuur wankelend, kiest Tim Mayer voor de frontale aanval. De voormalige F1-steward stelt zich officieel kandidaat voor het voorzitterschap van de internationale autosportfederatie en spaart zijn woorden niet. Zijn boodschap? De FIA moet op de schop — en wel snel.

Het lijkt een persoonlijke strijd, maar dat is het volgens Mayer niet. Zijn vertrek bij de FIA vorig jaar — na kritiek op de gang van zaken rond een boete voor de Grand Prix van de Verenigde Staten — verliep niet bepaald netjes.

Volgens hem stuurde de huidige voorzitter Mohammed Ben Sulayem simpelweg een sms om hem te ontslaan. Toch benadrukt Mayer dat zijn kandidatuur niet voortkomt uit rancune, maar uit een diepe bezorgdheid over het functioneren van de organisatie.

“De ledenclubs verdienen beter. We kunnen en móéten betere partners zijn voor coureurs en kampioenschappen. Ik weet wat het betekent om mensen met respect te behandelen.”

De Amerikaan verwijst hiermee ook naar het groeiende aantal medewerkers dat in de afgelopen jaren uit onvrede is vertrokken bij de FIA. Een trend die, volgens Mayer, tekenend is voor een bestuurscultuur die gericht is op controle in plaats van samenwerking.

Van beloftes naar centralisatie

Bij zijn aantreden beloofde Ben Sulayem transparantie, goed bestuur en een niet-uitvoerende rol als voorzitter. In plaats daarvan groeide zijn macht achter de schermen, zo stelt Mayer. Nieuwe statutaire regels zouden vooral bedoeld zijn om de controle verder te centraliseren.

“Als je alle recente aanpassingen bij elkaar optelt, zie je het patroon, zegt Mayer. Meer en meer invloed voor één man, minder debat en minder inspraak.”

Ook de omgang met coureurs is Mayer een doorn in het oog. De eerder ingevoerde regel tegen schelden op het podium — waarmee de FIA onder meer Verstappen en Hamilton op de vingers tikte — leidde tot onbegrip in de paddock.

Mayer wil dat respect en dialoog weer centraal staan, juist met de mensen die de sport op de kaart zetten.

“Coureurs zijn geen kinderen. Ze zitten op het toppunt van hun carrière en verdienen waardigheid.”

Mayer stelt dat onder het huidige bestuur zelfs leden van de World Motorsport Council onder druk worden gezet om niet te communiceren met de clubs die ze vertegenwoordigen. Een zorgwekkende ontwikkeling, vindt hij. Volgens hem is het gebrek aan open debat juist de kern van de bestuurscrisis binnen de FIA.

Zijn kandidatuur komt op een moment dat Ben Sulayem onlangs een brief presenteerde met 36 handtekeningen van nationale clubs als steunbetuiging. Maar volgens Mayer zegt dat weinig over de werkelijke stemming.

“Als een brief onder je neus wordt gedrukt met de boodschap ‘teken dit, of anders’, wat doe je dan? Maar de enige stem die telt is die in december.”

Een plan, geen campagnepraat

Met ruim drie decennia ervaring in motorsportbestuur en een familiegeschiedenis bij teams als McLaren, weet Mayer hoe het wereldje werkt.

Zijn campagne draait volgens eigen zeggen niet om persoonlijkheid, maar om beleid. Hij wil moderniseren, talent aantrekken én behouden, en terug naar een FIA waarin samenwerking belangrijker is dan hiërarchie.

Zijn plannen omvatten ook een sterkere inzet op mobiliteit en maatschappelijke rol van de FIA, al staat sport nu bovenaan de agenda. Het terugwinnen van vertrouwen is volgens Mayer stap één.

“Ik moet stemmen verdienen, geen beloftes afdwingen. Daar begint leiderschap.”

Of Mayer daadwerkelijk een kans maakt, zal blijken bij de stemming in december. Maar één ding is nu al duidelijk: de rust binnen de FIA is definitief voorbij.