
Eind 2009 nam Toyota afscheid van de Formule 1 en doekte het haar fabrieksteams op maar volgens voormalig Toyota F1-piloot Allan McNish heeft Toyota toch iets kunnen ‘nalaten aan de sport’.
Zelf reed Allan McNish alleen tijdens het eerste seizoen van Toyota in de Formule 1. McNish slaagde er in 2002 niet in om wk-punten te scoren en ook Toyota bleef tijdens haar debuutseizoen in de Formule 1 zonder punten. Te midden de financiële crisis besloot de Japanse constructeur om de figuurlijke stekker uit haar F1-project te trekken en eind 2009 verliet het de koningsklasse van de autosport.
Eind 2024 werden voorzichtige stappen gezet om terug te keren naar de sport, deze keer als partner van het Haas F1 team. Toyota liet echter al verstaan dat het tot dusver geen plannen heeft om opnieuw met een eigen fabrieksteam terug te keren naar de Formule 1. Volgens Allan McNish heeft Toyota met haar eigen fabrieksteam destijds toch een soort ‘stempel’ gedrukt op de sport en iets ‘nagelaten’.
“Het is nu erg verschillend van wat er nu is. Het is nog steeds Haas met een beetje Toyota erop vermeld,” aldus McNish. “Destijds was het een volwaardig programma, de wagen en de motor werden in Keulen gebouwd, waar zich ook de programma’s voor de rallysport en Le Mans bevonden.”
“Het grootste verschil is dat er toen geen budgetplafond was, het was alsof geld er niet toe deed, je kon er geld tegenaan smijten om je voorbij obstakels te werken maar er waren duidelijk ook culturele aspecten die hen hinderden. Het was een kwestie van de verschillen die er zijn tussen Japan en Europa en ook waar ze gevestigd waren hielp hen niet.”
“Maar het grootste dat ze hebben nagelaten was de fantastische ingenieursschool die ze voor veel medewerkers waren, er zijn heel wat goede medewerkers uit voort gekomen.”
“Helaas voor hen zijn ze net iets te vroeg gestopt om ook de prestaties van al die investeringen te zien en er de vruchten van te plukken. Ze hebben heel wat ervaring opgedaan, iets dat zeker niet in één jaar komt, ze waren klaar om te presteren maar toen werd het project stopgezet.”